De Rol van de Duivel tijdens de heksenprocessen het verhaal en de mythen

Volgens de rechters van de heksenprocessen waren er twee belangrijke aspecten aan de misdaad van hekserij;
de eerste er werd volgens zeggen kwaadaardige magie bedreven (maleficium) de praktische invulling van kwade magie, gericht tegen anderen mensen die wereldwijd werden terug gevonden. Het tweede aspect geeft een duidelijk onderscheid tussen het Europese standpunt tegenover hekserij en dat van andere culturen.
De connectie met de Duivel, schepper van het kwaad die lijnrecht tegen over God staat. 

Herkomst van het begrip De Duivel kan komen door het (gilgamesj-epos) geschreven in Soemerie in het derde millenium v.Chr. Hier is het eerste verhaal van de strijd tussen goed en kwaad, Gilgamesj probeert zijn land te bevrijden van het kwaad, in de persoon van het monster Huwawa zijn gebrul is de stormvloed, zijn mond het vuur en zijn adem de dood. Gilgamesj gaat samen met zijn gezel Enkidu naar een Cederwoud dat wordt bewaakt door Huwawa. Wanneer zij de bomen beginnen te kappen verdedigt Huwawa zijn grondgebied door Gilgamesj in een diepe slaap te brengen, later wanneer hij wakker wordt besluit hij Huwawa op te zoeken en te doden, zo wordt de onderwereld in negatieve termen gezien.
Deze visie breekt met de continuïteit van het verleden zoals dat in vroegere mythen naar voren komt, zoals in die van Isis en Osiris dit brengt een scheiding aan tussen de levenden en de doden, licht en donker en uiteindelijk goed en kwaad.
God wordt geïdentificeerd met het goede en de Duivel met het kwaad het idee van de Duivel is vaag in het oude testement. Jahweh was een stamgod die oorspronkelijk goed en kwaad en donker en licht combineerde.

Toen het religieuze bewustzijn echter veranderde, werd het ondenkbaar dat God verantwoordelijk zou zijn voor het kwaad, en zo kwam het begrip van God en Duivel en door de komst van slavernij en de Romeinen en de vele slagvelden die volgden maakte dat de gelovigen zichzelf zagen dat zij te lijden hadden door de ongelovigen en hun slechte geesten. Zo is Jeruzalem vernietigd door de gelovigen die, bleven geloven in het goed van God
( zoveel onschuldige slachtoffers gevallen)
Het christendom als religie is geboren uit een cultuur die dergelijke dualistische beelden hoog hield. De Duivel werd uiteindelijk heer en schepper van de slechte materie, de vroege christenen zagen het leven als een strijd tegen de Duivel.


Satan en Heksen
Zo ergens rond de vijfde eeuw was de theologie rond de Duivel geïnstalleerd de Duivel zou overal zijn, vergezeld van demonen de gevallen engelen. 
Sint Augustinus schreef dat God intelligente wezens bij zich had geschapen met een vrije keus tussen goed en kwaad. Het verhaal van Adam en Eva kennen wij allemaal, en zal ik dus hier ook niet gaan beschrijven. Tot de 13e eeuw was bedrijven van magie een zonde maar werd toen niet verbonden aan de Duivel pas daarna werd het demonische element aan magie toegevoegd. Door de invloed van aristotelische theologie werd het onderscheid gemaakt tussen natuurlijke en bovennatuurlijk gemaakt, en magie in de hulp van demonen onontbeerlijk was en werd toegeschreven aan “bovennatuurlijk” In de 14e tot 16e eeuw zag de Europese gemeenschap enorme maatschappelijke en economische veranderingen en het idee van een wijdverbreid complot van heksen als handlangers van de Duivel en dit verankerde stevig in het geloof en de geest van de gelovigen.


 

 


De Heksenjagers

Tijdens de jachten op de heksen leidde het rechtssysteem tot de opkomst van professionele mensen die zich wijdden aan de vervolging van vrouwen die zij als een bedreiging voor de maatschappij zagen. Heksen waren reële wezens, geen imaginaire, en publicaties hielpen mee de ideeën rond hekserij te vertalen naar herkenbare geseksualiseerde en kannibalistische stereotypes.

Heinrich Kramer en Jacob Sprenger auteurs van het handboek der heksenjachten en Matthew Hopkins waren allen bekend door hun geestdriftige campagnes tegen heksen.
Heinrich en Jacob waren beiden Inquisiteurs van de dominicaner kloosterorde zij waren vastbesloten ketters uit te roeien, van wie zij zeiden dat het vooral vrouwen waren. Een Franse filosoof met de naam Bodin ook was hij rechter zag dat het universum als organische eenheid
onder de heerschappij van God. Deze natuurlijke orde werd verbroken door Heksen en hun kwade daden en daarom,  de maatschappelijke en spirituele harmonie veilig te stellen moest hun bestaan uitgewist worden.

Waarom Matthew Hopkins zich geroepen voelden om een persoonlijke aan te gaan om heksen te elimineren is onduidelijk. Kramer was een theoloog en werd als Inquisiteur voor Zuid Duitsland aangesteld rond 1474 Jacob Sprenger was een professor in de theologie aan de universiteit van Keulen en werd Inquisiteur voor het Rijndal in 1470 Zij vonden dat eerder vrouwen in aanmerking kwamen voor
Ketterij, omdat zij bijgelovige en goed gelovige waren, en hierdoor makkelijk te beïnvloeden dan mannen waren. Gedacht werd dat vrouwen een onverzadigbaar lustgevoel hadden, in tegenstelling tot mannen Deze beide mannen waren betrokken bij de berechtingen van heksen en als zij op tegenstand stuitten bij lokale kerkelijke of wereldlijke overheden haalden zij een verklaring van paus Innocentius V111
die hen dan toe stond door te gaan. De verklaring beschuldigde hek
sen van allerlei gruwel-daden de eerste uitgaven van het handboek was geschreven door Nicholas Eymerich in 1376
dit boek was belangrijk omdat het meerdere ideeën over hekserij presenteerde als een concept.

Dit boek speelde een rol bij de
heksenjachten en vervolgingen de bevolking geloofde dat heksen zwarte magie gebruikten en in de nacht rond vlogen en zich metamorfoseerden, hadden niks te maken met de Duivel maar de hoog opgeleiden deelde deze mening niet Kramer en Sprenger zorgden ervoor dat er een stereotype omtrent hekserij ontstond dit bracht de ideeën rond hekserij op een lijn en ondersteunde die uit theologische overwegingen.  
Het refereerde slechts in het voorbijgaan aan de sabbats en bracht de obscene kus of het merkteken van de Duivel niet eens ter sprake mogelijk was zijn grootste bijdrage wel de introductie van een seksueel element in het stereotype van de heks door de associatie van hekserij met vrouwen te benadrukken. Slechte vrouwen komen er veelvuldig in voor “slechtheid is klein, vergeleken bij de slechtheid van vrouwen” het beweert dat het woord “vrouw’ ‘vleselijke lust’  betekend en dat vrouwen het onderwerp zijn van goedgelovigen en bijgelovigheid.  Omdat Eva de eerste verleidster was, geschapen uit de rib van een man, waren vrouwen niet compleet, imperfect en geneigd tot bedriegen.  Omdat zij beschikten over een ‘gebrekkige intelligentie’ waren zij eerder in staat hun geloof af te zweren. 

Het beeld over vrouwen was, dat zij; zwak geheugen hadden en ongedisciplineerd, zij wreken zichzelf door hekserij van nature kennen vrouwen een hoger lustgevoel dan mannen en ‘alle hekserij komt voort uit Vleselijke lust’ die onverzadigbaar woed in vrouwen.
Dit geeft een goed beeld weer over hoe er vroeger over vrouwen gedacht werd en hoe er met vrouwen om gegaan is en waarom het verzinsel heksen aan vrouwen is toegewijd..
John Stearne was een man die van sensatie hield en zich bezighield met preken over gruwelen van het hellevuur en over Mary Phillips een vroedvrouw.



 

 

 

 

 

 

 


Matthew Hopkins

Kwam met het verhaal dat hij zelf een ontmoeting had gehad, en dat het de vorm van een zwarte kat had maar dan drie keer zo groot, toen hij er achteraan ging sprong het weg over een paal en rende door de tuin heen, de windhond van Hopkins ging er achter aan, uiteindelijk kwam de hond trillend en helemaal van streek terug. (de bekende zwarte kat) 


Heksen werden gevonden doormiddel van een merkteken van de Duivel, het lichaam werd onderzocht op merktekens die meestal ook werden gevonden,  vervolgens werd de vrouw onder bewaking minstens 24u wakker gehouden zij was naakt en lag met gekruiste benen vastgebonden op een tafel, terwijl haar bewakers wachtten op de verschijning van haar gezellen of duivels. 
Een vrouw met de naam Joyce Bonds bekenden dat zij twee muizen had die de duivel waren die haar in bed opzochten en aan haar lichaam zogen het schijnt dat zij deze duivels gebruikten om de schapen van de buurman mee te doden. Ze werd verhangen voor deze daad. Een andere vrouw Binkes uit Haverhill had volgens Stearne een vlieg als duivel, zij ontkenden een heks te zijn en wilde rector van haar parochie zien, want ‘de heer zou haar een voorbeeld geven en als zij duivels had, zouden ze tevoorschijn komen in zijn aanwezigheid’ Het schijnt dat de duivel in het bijzijn van de rector verscheen zo beweerd Stearne en de vlieg zich vastzoog aan het lichaam gedurende eker een 15min voordat zij het dier met een doek weg sloegen, deze vrouw had meer geluk en zij werd vrijgesproken.









Zo voerden Kramer en Sprenger hun kruistocht tegen gewone mensen, hun erfgoed van vrouwenhaat  blijven hangen in de stereotypes 
van heksen als slechte oude vrouwen.
De christelijke kerk speelde daarbij een zeer belangrijke rol in de vervolgingen van velen onschuldige mensen in de naam van een strijd tegen een kwaad dat nooit heeft bestaan!
Behalve in de vaak ziekelijke gedachten van de vervolgers zo is te lezen hoe mensen elkaar opruiden door verhalen (fantasie) te vertellen, waardoor mensen gingen geloven in iets wat nooit bestaan heeft en is het beeld van de Heks
als slecht en samen zweert met de Duivel was geboren.


Het Malleus Maleficarum

Was een praktische handboek dat juridisch advies gaf over de berechtingen van heksen.
Om het proces te openen, moest een bericht op de kerkdeuren gespijkerd worden of op de deuren van het gemeentehuis, dat tot op de verwoording toe werd uitgelegd;
Terwijl wij, pastoor van die parochie (of de rechter van dat grondgebied) uit alle macht proberen en met ons hele hart ernaar streven de christenen in deze gemeenschap, in de eenheid van geluk en katholiek geloof, te bewaren van elke plaag van gedoemde ketterij. Daarom is vernoemd rechter tot wiens taak behoord, ter eer en glorie van de aanbeden naam Jezus christus en ter verheffing van het orthodoxe geloof, en om de misdaad van de ketterij neer te slaan, bovenal in heksen in het algemeen en in een ieder van hen in het bijzonder, in welke conditie dan ook!

Dit boek gaf informatie over, aanvang van processen, over arrestatie, behandeling van getuigen, verdediging

en het gebruik van martelingen en over veroordelingen en vonnissen. 
De rechter kreeg hier uit adviezen over de behandeling van verdachten,
“hij mocht de heks niet aanraken, zeker niet met zijn blote handen” 
hij moest altijd gezegend zout, heilige kruiden in heilige was bij zich dragen om zijn nek een heks moest met haar rug naar de rechter de zaal in gebracht worden. Het doel was om de ketters en heksen die ondanks hun bekering naar het katholieke geloof vasthielden aan hekserij.
Zelfs de mensen die de realiteit van hekserij ontkenden, werden gezien als ketters, want heksen hadden lichamelijk contact met de Duivel en vrouwen die beweerden dat zij in de nacht vlogen met de godin. 
Kramer en Sprenger moedigden wel aan om heksen te vervolgen ondanks dat het boekwerk officieel niet goed gekeurd werd bij Paus InnocentiusV111 de heren voegde de pauselijke verklaring toe aan het boek, zodat het leek alsof de paus zijn officiële goedkeuring eraan had gegeven.